
Norbert Vanbeveren
De familie Vanbeveren woonde aan de Karel De Stoutelaan 70 in Brugge. Norbert Vanbeveren werd daar geboren op 14 februari 1925 als jongste zoon van Alfons Vanbeveren (1884-1944) en Leontine Nollet (1880-1976). Hij groeide op in een gezin met zes kinderen: Lothaire (°1905), André (°1907), Josephine (°1909), Daniel (°1914) en Marie-José (°1920). Net als zijn vader werkte Norbert als leerling-paswerker bij de spoorwegen en woonde hij tijdens de oorlog nog thuis.
De Oorlogsjaren en de Tragische Dood van Alfons Vanbeveren
Norberts vader, Alfons Vanbeveren, was de zoon van de beruchte IJsland-vaarder Joannes Petrus Vanbeveren, beter bekend als “Bevertje”, die in 1901 op zee verging. Alfons werkte als spoorwegarbeider, een beroep dat in de oorlogsjaren zowel cruciaal was voor de Duitse bezetter als een doelwit voor het geallieerde verzet.
Op 27 april 1944 werd het station van Brugge zwaar gebombardeerd door geallieerde luchtaanvallen, vermoedelijk in het kader van het Transportation Plan, een strategie om de transportlijnen van de Duitsers te ontwrichten. Alfons, die op dat moment aan het werk was, kwam hierbij om het leven. Zoals veel spoorwegarbeiders in België bevond hij zich in een gevaarlijke positie: terwijl het spoorwegnet een vitaal onderdeel was van de Duitse logistiek, bood het tegelijkertijd kansen voor sabotage en verzet. Alfons zou actief betrokken geweest zijn bij verzetsactiviteiten, wat zijn dood nog tragischer maakt.
Norberts Arrestatie en Terechtstelling
Norbert Vanbeveren werd op 15 september 1943 (of volgens sommige bronnen 23 september) thuis gearresteerd. Zijn zus Josephine getuigde later dat Duitse troepen het huis omsingelden en over de tuinmuren klommen. Een Gestapo-agent overmeesterde hem en stopte een revolver in zijn zak om hem valselijk van wapendracht te kunnen beschuldigen.
Na maanden van ondervraging en gevangenschap werd Norbert in augustus 1944 in Donauwörth ter dood veroordeeld. Vervolgens werd hij overgebracht naar het concentratiekamp Dachau, waar hij op 27 oktober 1944 samen met zijn vriend Noël Boydens door onthoofding werd geëxecuteerd.
Het Verzet en het Verraad
Norbert was lid van een jonge verzetsgroep die samenkwam in café Welkom in het Loppemstraatje. Helaas werd hun groep verraden, vermoedelijk door de beruchte collaborerende politiecommissaris V.H. Volgens het boek Brugge bezetvan Luc Schepens werden de jonge partizanen zonder proces opgepakt en op 17 november 1943 overgebracht naar de Sint-Gillisgevangenis in Brussel. Drie dagen later werden ze naar Duitsland gedeporteerd, waar hun lot bezegeld werd in de concentratiekampen.
In een wrange wending van het lot koos Norberts oudere broer, André Vanbeveren (°1907), de kant van de vijand. Reeds voor de oorlog was hij veroordeeld voor criminele feiten, en tijdens de bezetting sloot hij zich aan bij de Sipo-SD, de Duitse veiligheidsdienst. Samen met zijn vriendin Marguerite Meulemeester infiltreerde hij in verzetsgroepen in Brugge, Damme, Lissewege en Heist. Zijn verraad leidde in februari 1944 tot de arrestatie van meerdere partizanen. André probeerde ook het Geheim Leger binnen te dringen, maar zonder succes.
Toen de bevrijding naderde, vluchtte hij naar Duitsland, maar keerde in mei 1945 terug en werd gearresteerd. Op 4 november 1947 veroordeelde het krijgsgerecht hem ter dood voor het verraden van vijf mensen. Op 29 mei 1948 werd hij geëxecuteerd, als de laatste persoon in Brugge die de doodstraf onderging.
Een Blijvende Herinnering
Ondanks de daden van André bleef de familie Vanbeveren gerespecteerd. In hun huis hing een stille, maar veelzeggende herinnering: de foto’s van Noël Boydens en Norbert Vanbeveren, met daartussen de afscheidsbrief die Noël schreef op de dag van zijn executie. Dit was het enige bericht dat de familie na Norberts arrestatie nog ontving.
Postuum werd Norbert Vanbeveren op 4 februari 1948 erkend als Gewapend Weerstander en officieel lid van het Belgisch Partizanenleger (BLP). Zijn naam leeft voort als een symbool van moed en opoffering in de strijd tegen onderdrukking en verraad.